Nieuwjaarsduik. Volgend jaar weer of nooit meer?

Nieuwjaarsduik. Volgend jaar weer of nooit meer?

Toegegeven, het is niet mijn idee, meedoen aan de nieuwjaarsduik. Als mijn vriendin Benita me een appje stuurt met de vraag of ik zin heb om mee te doen, denk ik dan ook meteen: ,,Echt niet”. Ik slik deze primitieve reactie echter in en app: ,,Leuk idee, ik ga erover nadenken.”

Als ik haar berichtje nog eens lees, valt me op dat ze wel een ijzersterk argument heeft, namelijk het inluiden van een frisse start. Hoe kan ik daar, als nieuwbakken correspondent ‘nee’ tegen zeggen. En dus app ik: ,,Ik heb erover nagedacht en ik doe mee, jeuj!

De dagen voor ‘De Duik’ begint toch de twijfel toe te slaan. Ik vraag me af of het wel een goed idee is en lees de risico’s en de tips die ik via internet vind. Maar ik besluit me niet te laten kennen. Ik heb toegezegd en ben geen watje.

En dus tuig ik op 1 januari, rond de klok van 11.45 uur in badkleding, -jas en warme muts met oorwarmers van mijn dochter (als geintje) richting recreatieplas ‘De Langspier.’

Bang voor vissen

Als ik binnenkom, word ik overvallen door de hectiek. Het is druk binnen, de stemming is positief en er staat een meneer met gitaar vrolijke liedjes te zingen. Al snel spot ik mijn vriendin en na een groet en korte knuffel, schuifel ik richting inschrijftafel. Daar ligt een formulier waarop met dikke letters iets gedrukt staat als: ,,Ik ben bekend met de risico’s en neem geheel vrijwillig deel aan de Nieuwjaarsduik.”

Oké, nu word ik zenuwachtig. Ik had een soort warming up moeten doen en me misschien moeten insmeren met vaseline. En stiekem ben ik bang voor vissen…

‘Ik ben echt stoer’

Mijn gedachten worden al snel onderbroken door een mevrouw van de organisatie. Ze verzoekt alle supporters naar buiten te gaan om de duikers aan te moedigen. De duikers wachten binnen tot het startschot klinkt. Snel gooi ik mijn badjas op de bar en schop mijn slippers uit. En daar rennen de eerste duikers. Mijn vriendin en ik pakken elkaars hand vast en we rennen met de anderen naar buiten. ,,Gewoon rennen en niet nadenken”, roept ze tijdens het lopen. En dat doe ik. Ik ren het water in en voel de kou niet. Ik dompel mezelf onder tot aan de schouders en kom omhoog. Daarna loop ik rustig het water uit. Op het strand staat mijn familie me toe te juichen en dan besef ik: ,,Wow, ik heb het gewoon gedaan. Ik ben met gevoelstemperatuur -2 een ijskoude Langspier in gerend. Ik ben echt stoer!”

 Als ik later met badjas en slippers binnen sta en met een warme chocolademelk proost op het nieuwe jaar, denk ik: ,,Zal ik volgend jaar weer meedoen?”

Ik zeg daartegen geen volmondig ‘ja’. Maar zeker ook geen ‘nee’. Want het was echt een belevenis.

Gelukkig heb ik nog een jaar om hierover na te denken…