
11 aug Vriendschap
‘Je hebt iemand nodig, stil en oprecht. Die als het erop aankomt, voor je bidt en voor je vecht…’
Toon Hermans schreef er jaren terug een vers over welke op menig toilettegel prijkt. Miljoenen gedichten en liedjes zijn eraan gewijd. Elk mens heeft het nodig. Ik heb het over vriendschap.
Vriendschap bestaat in alle maten en vormen. De vriend die je ontmoette tijdens een dansavond en die bijna dertig jaar later nog steeds je bff is. De vriendin met wie je op de middelbare school uren kletste en die honderden vlechtjes in je haren maakte. En met wie je een wedstrijdje ‘wie wast zijn haren het langst niet’ deed toen je zestien was.
Wat te denken van de moeder van school met wie het meteen klikte en met wie je graag wijntjes drinkt. De vriend die je accepteert zoals je bent, met al je rafelige randen. Of de mensen die je ontmoet tijdens je vakantie, ver weg van je vertrouwde en regelmatige leven. En met wie je bijna drie weken lang maaltijden en dagen deelt. Met wie je gesprekken hebt over onderwerpen die je nooit eerder besprak, waarover je nooit eerder nadacht.
Dankbaar
Voor hen allemaal schrijf ik dit blog. Want zeker: je ouders, broers en zussen en leerkrachten vormen je. Maar ook de mensen die je elders ontmoet, ergens op je pad.
Vrienden. Vaak zorgen ze voor een portie extra levensgeluk. Soms houden ze je een spiegel voor die wellicht een lelijk beeld toont. Soms maken ze je aan het huilen, stellen ze teleur. En soms stel jij hen teleur. Vaak laten ze je zien wat je in je mars hebt. Doen ze je op wolken lopen. Soms zorgen ze ervoor dat je keihard van die wolk afdondert. Maar allemaal, zonder uitzondering, verrijken ze je. En daar ben ik hen dankbaar voor.
Knuffel
Dus lieve vriend: dank je wel voor de tranen van geluk, verdriet en het lachen. Dank je voor je oprechtheid, de terechte of onnodige tik op mijn vingers. De harde woorden die nodig waren. De knuffel die zo welkom was. Zonder jou zou ik niet zijn waar ik nu ben.
Het wedstrijdje haren wassen verloor ik destijds kansloos trouwens. Maar ik verloor van een kanjer, die ik vol trots nog steeds mijn vriendin mag noemen. En die nog steeds graag aan mijn haren prutst.
‘…Pas als je iemand hebt, die met je lacht en met je grient. Dán pas kun je zeggen: ‘Ik heb een vriend’.’